Een kind wordt niet zomaar uit huis geplaatst. Als het thuis echt niet meer gaat, vragen ouders hulp bij een wijkteam of Centrum voor Jeugd en Gezin of grijpt de Kinderrechter in.

Dat komt bijvoorbeeld voor in de volgende situaties:

  • een moeder moet plotseling voor een langdurige opname naar het ziekenhuis en er is geen opvang
  • een kind wordt verwaarloosd of mishandeld
  • ouders kunnen de opvoeding (tijdelijk) niet meer aan door persoonlijke problemen
  • het gedrag van een kind is zo lastig dat de ouders de moed opgeven
  • een kind heeft een beperking en de zorg is voor de ouders te zwaar
  • een jongere loopt weg van huis, omdat er bijvoorbeeld voortdurend ruzie is

Pleegzorg eerste keus

Als er problemen met kinderen zijn in een gezin wordt altijd eerst gekeken of deze thuis opgelost kunnen worden. Kan dat niet, dan is Pleegzorg de eerste keus. Het is de opvangvorm die het dichtst bij de natuurlijke gezinssituatie blijft. In de Jeugdwet is vastgelegd dat een kind in het geval van een uithuisplaatsing, indien mogelijk, bij een pleegouder of in een gezinshuis wordt geplaatst, tenzij dit aantoonbaar niet in het belang is van het kind.

In een gezin

Het recht van kinderen om in een gezin op te groeien staat bij Pleegzorg centraal. In eerste instantie wordt in de eigen familie of bij bekenden gezocht naar opvang. Lukt dat niet, dan zoekt de Pleegzorg organisatie een geschikt pleeggezin. Het pleegkind heeft het recht snel te weten bij wie hij kan opgroeien.

Het doel

Het doel van Pleegzorg is dat de ouders zelf de opvoeding weer op zich nemen. Als blijkt dat dit onmogelijk is, nemen pleegouders de opvoeding van het kind voor langere tijd op zich. De relatie met de eigen ouders blijft voor kinderen altijd van belang.