De laatste tijd kom ik het woord ‘peergroup’ in verschillende contexten met verschillende betekenissen tegen. De betekenis die de lading grotendeels dekt is die van ‘een groep personen, jong of oud, met een vergelijkbare, gemeenschappelijke status of belangstelling. Er is een gezamenlijk belang of uitgangspunt’. Automatisch en volledig natuurlijk deel ik mijzelf in gedachten in en bedenk tot welke peergroups ik behoor.
Theoretisch gezien zouden het er best veel kunnen zijn, afhankelijk van hoe gedetailleerd en hoe ver je doorgaat met jezelf indelen. De peergroup van de andere ouders die op het schoolplein op hun kind staan te wachten en die van mijn collega’s die net als ik hetzelfde werk doen zijn de meest in het oog springende, meest zichtbare en tastbare. De peergroup die ik vorm met de andere verzamelaars over de hele wereld van kinderboeken van Eric Carle wordt al wat lastiger, zo niet onmogelijk of in elk geval nauwelijks zichtbaar. De peergroup die Roel en ik vormen met de andere pleegouders zal er een beetje tussenin zitten. De pleegzorg organisatie die ons vanaf het begin begeleidt onderneemt en ontwikkelt de laatste jaren in toenemende mate initiatieven voor en door pleegouders. Deze variëren van ondersteuning op het vlak van kennis en achtergrondinformatie; toerusten van pleegouders op het vlak van opvoedingsvaardigheden of communicatietips over hoe om te gaan met de ouders, maar ook het zitting nemen in de Pleegouderraad wordt gefaciliteerd en onder de aandacht gebracht. Om het verhaal compleet te maken moet ik er op deze plaats ook bij vernoemen dat de pleeggezinnen regelmatig in het zonnetje worden gezet middels uitstapjes en andere leuke activiteiten.
Ondanks het feit dat er dus voldoende mogelijkheden zijn om actief aan deze peergroup deel te nemen, blijkt dit in de praktijk voor ons in elk geval niet of nauwelijks te werken. Zou het dan toch te eenvoudig geredeneerd zijn om op grond van de pleegouderstatus een groep mensen bij elkaar te brengen, speelt de factor tijd en afstand een belangrijke rol of is de specifieke situatie van elk lid van de peergroup zodanig verschillend dat men op een andere manier naar ondersteuning en mogelijkheden zoekt om informatie te vergaren of stoom af te blazen? Ook het anders komen te liggen van de accenten naarmate je je met je pleegkind verder ontwikkelt en de toenemende levenservaring zal hierbij een rol spelen.
Er zijn in onze directe omgeving enkele andere pleeggezinnen met wie we een prettige, laagfrequente omgang hebben en die genoeg lijken te hebben aan een half woord als het over een beschrijving van situaties rondom Anna gaat. De specifieke issues rondom opvoeding, omgang met hulpverleners, bureaucratische rompslomp en regelzaken worden snel herkend en vaak gaat het alleen maar om gehoord, gezien en erkend te worden. Dat gaat soms net iets beter samen met iemand die weet waar hij over spreekt en dan niet uit de boeken. Dus toch iemand uit de peergroup.